Spoor A2
Regionale belastingen als beleidsinstrument
Publicaties van spoor A2
Working papers A2a
>HOEBEECK, A. & SMOLDERS, C., Impact van de woonfiscaliteit op de eigendomsverwerving in Vlaanderen, Hogeschool Gent, februari 2013, 54 pp. (.pdf)
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/1
>SMOLDERS, C., BURSSENS, J., De kapitalisatie van het klein beschrijf in de woningprijzen: een hedonische analyse, Hogeschool Gent, maart 2013, 14pp. (.pdf)
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/2013/2
> HOEBEECK, A., SMOLDERS, C., De woonbonus: een stimulans tot eigenaarschap of niet? Analyse van de resultaten van een survey bij 1190 bezoekers van de BIS-beurs, UGent, januari 2014, 24 pp. (.pdf)
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/2014/1
> SMOLDERS, C., STIEPERAERE, H., Van 'Klein Beschrijf' naar 'Huiskorting'. Deel 2. Analyse op de AAPD-databank met transacties, HoGent, UGent, mei 2014, 54 pp. (.pdf)
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/2014/3
> HOEBEECK, A., SMOLDERS, C., De impact van de woonbonus op eigenaarschap in België: een difference-in-differences benadering, UGent, mei 2014, 32 pp. (.pdf)
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/2014/
Niet vrijgegeven:
> SMOLDERS, C., STIEPERAERE, H., Spoor B4: Studie van het concept van de budgettaire effecten van de huiskorting: resultaten van de simulaties, Hogeschool Gent, december 2011, 75 pp.
STEUNPUNTFB/RAP/B4/2011/1
> HOEBEECK, A., SMOLDERS, C., The impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Difference-in -Difference Approach, UGent, 2014, 29 pp.
Een Nederlandstalige samenvatting van de paper vindt u hier.
STEUNPUNTFBII/WP/A2A/2014/2
Working papers A2a
> DE GROOTE, B., Vlaamse successierechten voor de toekomst: denkpistes, UGent, studiedag 7 maart 2014, Auditorium Maria Baers, Martelaarsplein 7, 1000 Brussel, 47 pp.
U kan de presentatie hier bekijken
Spoor A2a
a. Regionale belastingen, woonbeleid en duurzame groei
Situering van het onderzoeksthema
In dit traject ligt de focus op de effecten van regionale belastingen op eigenaarschap. Het project wil een antwoord geven op volgende onderzoeksvragen:
- Kan men langs fiscale weg eigenaarschap stimuleren?
- Welke belastingen zijn daar het best geschikt voor?
- Hoe reageren belastingplichtigen op wijzigingen in dergelijke heffingen?
- Kan de mobiliteit van oudere inwoners verhoogd worden via fiscale prikkels?
- Wat is het effect geweest van de woonbonus op eigenaarschap?
- Wat zijn de effecten geweest van de leegstandsheffing?
- Wat zijn de effecten geweest van de vermindering van de OOV voor energiezuinige woningen?
In 2012 zal het onderzoek leiden tot een literatuuroverzicht van de studies die de effecten van belastingen op eigenaarschap evalueren. Ook zal nagegaan worden wat de 6de staatshervorming aan nieuwe opportuniteiten/uitgaven met zich brengt voor wat betreft het woonbeleid. Tevens zal de studie aangevat worden die tot doel heeft de Woonbonus te evalueren. Dit onderzoek naar mutaties van huurders naar eigenaars is gebaseerd op microdata afkomstig uit de SILC-enquête.Tijdens het tweede en derde jaar zal tevens nagegaan worden of de meeneembaarheid geleid heeft tot meer mobiliteit voor het cohort van 25-35-jarigen en voor de oudere eigenaars. Tenslotte zal tijdens het laatste jaar een evaluatie opgezet worden van de leegstandsheffing en van de vermindering van de OOV voor energiezuinige woningen. Behalve het bereik van de maatregel zal de aandacht verder uitgaan naar de administratieve kosten en de aanvaardbaarheid van de 2 maatregelen.
personeel /persoonsmaanden
Promotoren: C. Smolders & S. Goeminne
Wetenschappelijk medewerker: Annelies Hoebeeck
Spoor A2b
b. Voorstellen voor een hervorming van de successierechten (2014-2015)
De looptijd van dit project werd verlengd tot 31/12/2015.
Situering van het onderzoeksthema
Sociologische ontwikkelingen zoals de verschuiving in samenlevingsvormen, maar ook wetgevende initiatieven op de verschillende betrokken overheidsniveaus maken het noodzakelijk dat de wetgeving rond de successierechten op geregelde tijdstippen geëvalueerd wordt. Zo is er vandaag sprake van een verschuivend “partnerbegrip”: om van een aantal fiscale voordelen te genieten is de feitelijke samenwoning voldoende, terwijl de wetgever bij het instellen van de gerelateerde wetgeving wel een affectieve band vooropstelde tussen de erflater en de genieter. De wetgever is zich ervan bewust dat door domiciliefraude erfgenamen in groep 1 (rechte lijn) belast worden terwijl ze in feite in groep 3 (zijlijn voor personen waarmee er geen bloedverwantschap of gelijkgestelde familiebanden kunnen aangetoond worden)zouden moeten belast worden.
Dit project heeft tot doel hervormingen te suggereren die moeten resulteren in een neutraler partnerbegrip en een duidelijkere definiëring van de affectieve band die in de rechte lijn voor de successierechten wordt verondersteld. Aansluitend dient het traject ook na te gaan of de huidige vrijstellingen die voorzien zijn inzake de vererving van de gezinswoning door de langstlevende partner, alsook de opsplitsing van het netto-erfdeel in het netto-aandeel in resp. de roerende en de onroerende goederen voor de toepassing van het tarief in groep 1 (zgn. splitting), niet kunnen omgevormd worden in een abattement.
Het project kent een fiscaalrechtelijke en een budgettaire fase. De eerste fase van het traject zal in eerste instantie indicatoren reveleren van de affectieve band, andere dan termijngebonden indicatoren (cf. zorgplicht, hulpplicht, zakelijke rechten zoals een huurcontract of een collectieve eigendom). Bij de afbakening zal worden nagegaan welke criteria in buurlanden gebruikt worden (cf. Nederlandse zorgplicht).Verder zal het partnerbegrip bestudeerd worden en de mogelijkheden om abattementen in te voeren onderzocht worden.
De budgettaire fase refereert aan de simulaties van de begrotingseffecten die zullen opgezet worden voor voorstellen die in onderling overleg tussen de opdrachtgever en de promotoren zullen weerhouden worden.
personeel /persoonsmaanden
Promotoren: N. Plets & B. Peeters
Wetenschappelijk medewerker: Kathleen De Troeyer